Terug naar het overzicht

Bevorderen van zelfregulatie bij mensen met een verstandelijke beperking

05 mrt 2020
Plaats
  • een symposium op 5 maart 2020 van 9:30 tot 17:00
  • locatie: Cursus- en vergadercentrum Domstad te Utrecht
  • inhoud: het symposium gaat over het inzetten van interventies voor het verbeteren van zelfregulatie bij mensen met een verstandelijke beperking
  • dagvoorzitter: Wil Buntinx
  • plenaire sprekers in de ochtend: Jaap van der Stel, Gerrit Vignero en Lex Wijnroks
  • workshops over concrete interventies: de methode Heijkoop, Mindfulness, de Affectregulerende Vaktherapie, Sensorische Informatieverwerking, de app SignaLeren, FloorPlay en zelfregulatie bij seksualiteit
  • Accreditatie is toegekend door Register Vaktherapie en SKJ, accreditatie is aangevraagd bij het accreditatiebureau NIP K&J/NVO OG en KNGF.

De inschrijfkosten zijn 224,50 p.p. inclusief koffie, thee en lunch. FORTIOR is vrijgesteld van BTW.

“Zelfregulatie is datgene wat mensen tot mens maakt.” (Jaap van der Stel, 2013)

Zelfregulatie is het vermogen van mensen om hun cognitieve capaciteiten in te zetten om emoties, impulsen, wensen en behoeften te controleren, om doelgericht te werken en op de juiste manier met anderen om te gaan. Ook voor de persoonlijke ontwikkeling van mensen en voor hun autonomie is zelfregulatie onmisbaar. Zelfregulatie is dan ook een zeer relevant concept voor mensen met een verstandelijke beperking of een andere atypische ontwikkeling. Met een zelfregulering die goed genoeg is, kunnen mensen met een ontwikkelingsbeperking keuzes maken in hun leven, zich sociaal aangepast gedragen, optimaal leren en werken en effectief aan het maatschappelijk leven deelnemen. Bovendien wapent een goede zelfregulatie de persoon met een verstandelijke beperking tegen psychische klachten en problematisch gedrag. Kortom: zelfregulatie leidt tot geestelijke gezondheid, empowerment en een betere kwaliteit van leven. Daarom is het belangrijk voor hulpverleners om te onderzoeken hoe zelfregulatie bij mensen met een verstandelijke beperking bevorderd kan worden, als dat nodig is.

Dit symposium is een vervolg op het symposium (Zelf)regulatie bij mensen met een verstandelijke beperking dat in december 2018 plaatsvond. Op dit symposium is verkend wat zelfregulatie inhoudt en zijn er mogelijkheden aangegeven voor de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking. Het symposium op 5 maart 2020 gaat in die lijn verder. De sprekers op dit symposium laten zien welke mogelijkheden er zijn om zelfregulatie in kaart te brengen en op welke manieren zelfregulatie bij kinderen, jongeren en volwassenen met een verstandelijke beperking bevorderd kan worden. Hierbij gaat het op de eerste plaats om manieren die mensen met een verstandelijke beperking zelf kunnen inzetten en op de tweede plaats om tools waarmee professionals de persoon in kwestie doelmatig kunnen helpen en ondersteunen. De hulp, ondersteuning en behandeling moeten oplossings- en resultaatgericht zijn, zoveel mogelijk in het dagelijks leven plaats vinden, liefst samen met het sociaal netwerk van de cliënt en de cliënt uitnodigen tot actieve deelname en oefenen.

Inhoud van het symposium

In het ochtendprogramma van het symposium worden de mogelijkheden voor beeldvorming, diagnostiek en behandeling besproken. In de workshops ’s middags kun je allerlei methoden leren kennen die je kunt gebruiken in de ondersteuning van je cliënten.

Aan het eind van het symposium ben je op de hoogte van:

  • hoe je zelfregulatie en executieve functies van je cliënt in kaart kunt brengen;
  • hoe je zelfregulatie en executieve functies bij je cliënt kunt bevorderen;
  • wat de rol van de professionele omgeving is;
  • hoe de professionele omgeving kan bijdragen aan de beeldvorming middels observatie en interview;
  • de mogelijkheden die eHealth biedt voor het bevorderen van zelfregulatie en het trainen van executieve functies;
  • van enkele digitale en niet-digitale manieren van zelfregulering voor je cliënt;
  • seksualiteit en zelfregulatie

Ochtend
09:30

Opening door dagvoorzitter Wil Buntinx

09:40

Jaap van der Stel

Groei en ontwikkeling van zelfregulatie bij mensen met een verstandelijke beperking

10:25

Mogelijkheden voor discussie en vragen

10:35

Gerrit Vignero

Als de draad een kluwen is geworden

11:20

mogelijkheden voor discussie en vragen

11:30

Pauze

11:45

Lex Wijnroks

Zelfregulatie bij mensen met een verstandelijke beperking: een ontwikkelingsneuropsychologische benadering

12:30

mogelijkheden voor vragen en discussie

12:40

afsluiting van het ochtendprogramma door Wil Buntinx

12:45

Lunchpauze

 
Middag
13:45

Keuze 1 uit 7 workshops

15:15

Pauze

15:30

Keuze 2 uit 7 workshops

17:00

Einde

17:00

Borrel

Dr. Wil Buntinx is gezondheidszorgpsycholoog/FAAIDD. Hij is zelfstandig onderzoeker en adviseur op het terrein van kwaliteit in de zorg voor mensen met een beperking (www.buntinx.org). Hij is tevens verbonden aan het Gouverneur Kremers Centrum, Maastricht University en hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor de Zorg aan mensen met verstandelijke beperkingen (NTZ). Sedert 1997 is hij lid van het Committee on Definition and Classification van de American Association on Intellectual and Developmental Disabilities (AAIDD) en sinds 2012 van het team Expertise Collective (pôle Déficiences Intellectuelles) van het Institut National de la Santé et de la Recherche Médicale (INSERM) te Parijs.
Jaap, andragoloog, werkte van 1981 tot 1991 in de verslavingszorg. Van 1991 tot 1999 was hij hoofd preventie bij de Riagg in Haarlem. Sinds 2000 is hij als senior-onderzoeker werkzaam bij GGZ inGeest, partner van het VUMC (inmiddels een onderdeel van Amsterdam UMC). Vanaf 2009 is hij tevens verbonden aan de Hogeschool Leiden, vanaf 2010 in de functie van lector Geestelijke Gezondheidszorg. In 1995 promoveerde hij cum laude in Utrecht tot doctor in de sociale wetenschappen op een proefschrift over de geschiedenis van de drankbestrijding en alcoholhulpverlening in Nederland. In 2009 promoveerde hij bovendien in Leiden tot doctor in de geneeskunde op een proefschrift over de zoektocht naar de determinanten en mechanismen van psychische stoornissen. Dagelijks bericht hij op Twitter: @Lectoraat_ggz.

Groei en ontwikkeling van zelfregulatie bij mensen met een verstandelijke beperking

Zelfregulatie is een bijzondere karakteristiek van het psychisch functioneren van mensen. Het heeft betrekking op het zelf reguleren van emoties, motivatie, gedachten en het gedrag. Het stelt mensen in staat hun doelen te bereiken en met anderen samen te werken. Zelfregulatie ontstaat in samenhang met de executieve functies zoals zelfbeheersing, zelfgewaarwording, emotieregulatie, in en tot jezelf spreken, en het verbale en visuele werkgeheugen. Deze functies hangen samen met de rijping van het brein, maar veronderstellen ook processen van sociaal leren. Mensen met een psychische aandoening of een cognitieve beperking ervaren moeilijkheden in de ontwikkeling van de zelfregulatie, maar dit is gradueel: ook bij beperkingen is er de mogelijkheid van groei op dit vlak. In mijn inleiding wil ik verduidelijken wat zelfregulatie is en hoe dit samenhangt met de ontwikkeling van de executieve functies, en wat we weten over de mogelijkheden om op dit vlak progressie te bevorderen. Ik vraag specifiek aandacht voor het belang van de reductie van stress om het werkgeheugen zo goed mogelijk te laten functioneren. In 2013 publiceerde ik een boek over zelfregulatie, ontwikkeling en herstel. Naar aanleiding van dit boek over zelfregulatie heb ik met collega's op Hogeschool Leiden een methode ontwikkeld om het executief functioneren in kaart te brengen: de ZEEF (staat voor: zelfregulatie en executieve functies). De direct betrokkene is hier de belangrijkste onderzoeker en bepaalt de richting ervan. Het werkt met gekleurde en op elkaar stapelbare blokjes om rondom specifieke items een score vast te leggen. En draadjes om verbindingen aan te brengen. De ZEEF bestaat uit drie stappen: stap één betreft het dagelijkse functioneren, stap twee betreft executieve capaciteiten (algemene vaardigheden), en stap drie betreft executieve functies. We hebben ons laten leiden door de theorie van Barkley zoals beschreven in mijn boek. We weten nog niet in hoeverre de methode ook goed werkt bij mensen met een cognitieve beperking, maar daar gaan we wel ervaring mee op doen. Vooralsnog is er geen dwingende reden om te denken dat het niet zou kunnen.  
Gerrit Vignero werkt sinds 1986 als orthopedagoog in het Medisch Pedagogisch Centrum (MPC) Terbank in Heverlee. MPC Terbank is een residentiële voorziening voor jongens en meisjes van drie tot 21 jaar met een lichte of matige verstandelijke beperking, gedragsstoornissen en/of emotionele problemen. Al heel vroeg in zijn werk als orthopedagoog ontdekte hij het belang van de ontwikkelingspsychologie voor het ondersteunen van mensen met een verstandelijke beperking. Gerrit is geschoold in de methode Heijkoop. De vraag waar hij zich op richtte was: Hoe vertaal je ontwikkelingspsychologisch denken naar het orthopedagogisch handelen? Voor het antwoord op deze vraag maakte Gerrit gebruik van het werk van Jacques Heijkoop en van Anton Došen. Hij ontwikkelde een eigen model waarbij hij het beeld van de draad gebruikt om de relatie tussen cliënt en professional die bij de verschillende ontwikkelingsfasen hoort, weer te geven. Over zijn methode heeft Gerrit inmiddels drie boeken geschreven. ‘De draad’ werd oorspronkelijk vooral opgepikt in voorzieningen voor cliënten met een verstandelijke beperking. Inmiddels wordt het ook als werkvorm gebruikt in scholen zowel in buitengewoon onderwijs als gewoon onderwijs. Gerrit geeft scholing in België en Nederland over zijn model en begeleidt (in België) casusbesprekingen.

Als de draad een kluwen is geworden

Het model en de methode de draad hebben de emotionele en sociale ontwikkeling als grondslag en willen bruikbare en vruchtbare handvatten bieden om ouders, leerkrachten, begeleiders in gewone en buitengewone situaties te ondersteunen. Doorheen de verschillende ontwikkelingsstappen van baby tot volwassene evolueert het reguleren van spanning en prikkels. Via hechtings- en cognitieve processen ontwikkelen zich eigen copingstrategieën. Cliënten die door een aangeboren verstandelijke beperking en afwijkende hersenontwikkeling of door hechtingstrauma’s problemen hebben met de zelfontwikkeling, beschikken over veel minder mogelijkheden om zich te reguleren. Zij vallen bij spanning en interne en externe overprikkeling terug op strategieën die heel pril zijn in de ontwikkeling, waardoor zij gemakkelijk door deze prikkels overspoeld raken. Ouders en begeleiders voelen aan dat ze bij hun kind of cliënt niet kunnen terugvallen op hechting, op mentaliseren of op cognitieve processen. Ze verliezen de verbinding, de draad, en zullen zelf hun kind of hun cliënt moeten gaan reguleren. De methode de draad wil helpen om opnieuw aansluiting te vinden bij deze kwetsbare personen, bij het kwetsbare plekje in de draad: verbindend werken met cliënten met probleemgedrag is nodig. Als je kunt ontdekken hoe mensen zelf zoeken naar manieren om uit moeilijk lopende situaties te komen, vind je handvatten om hen te ondersteunen en een betere omgang met hen te ontwikkelen. De oplossing zit hem (onder meer) in het uitbouwen van de handhavende en beschermende krachten waarmee iemand probeert greep te krijgen op wat hij ervaart. Men moet deze waarderen als een poging om een leefbare situatie te zoeken en moet een aanbod doen om de persoon te ondersteunen bij het zoeken naar alternatieven. Daarbij gaat men zowel uit van de cliënt, van hoe de situatie en de omgeving wordt georganiseerd als hoe men blijvend zal proberen verbinding ‘een draad’ uit te bouwen. Als de draad een kluwen is geworden, gaan we deze ontrafelen aan de hand van de methodiek: ontwarring en ordening van de draad. In de lezing van Gerrit komen de volgende onderwerpen aan bod:
  • Korte introductie van het model en de methode ‘de draad’, vanuit het thema zelfregulatie;
  • Regulatie van stress, spanning en prikkels vanuit ‘de draad’: spoor, poort, actie-reactie en samen   doen;
  • Voorbeeld aan de hand van casussen. Link met de methode Heijkoop;
  • Handvatten voor begeleiders en ouders: werken met de cliënt, met de situatie en met de draad.
     
Lex Wijnroks is ontwikkelingspsycholoog en heeft zich gespecialiseerd in de ontwikkelingsneuropsychologie. Sinds 1997 is hij als docent/onderzoeker werkzaam bij de opleiding pedagogische wetenschappen van de universiteit van Utrecht. Hij verzorgt onderwijs op het gebied van de ontwikkelingspsychologie, neuropsychologie, neuropsychologische diagnostiek en de gehandicaptenzorg. Zijn onderzoeksterrein betreft de vroege ontwikkeling van cognitie, perceptie en aandacht bij typische en atypische populaties. In zijn recente publicaties brengt hij nieuwe neurowetenschappelijke inzichten onder aandacht en laat hij zien hoe deze inzichten kunnen bijdragen aan meer kennis en begrip van het functioneren van mensen met een verstandelijke beperking.  

Zelfregulatie bij mensen met een verstandelijke beperking: een ontwikkelingsneuropsychologische benadering

Zelfregulatie verwijst naar het vermogen cognitie, gedrag en emoties te controleren. Problemen in de zelfregulatie spelen een centrale rol bij verschillende vormen van psychopathologie. Zelfregulatie heeft ook een relatie met zelfwaardering en sociale en schoolvaardigheden. De ontwikkeling van zelfregulatie is afhankelijk van de ontwikkeling van executieve functies en de sociale omgeving waarin kinderen opgroeien. Vanuit een ontwikkelingsperspectief verwijst zelfregulatie naar een aantal verschillende aspecten van temperament, zoals reactiviteit en effortful control. Vanuit een neuropsychologisch perspectief kan zelfregulatie verdeeld worden in een specifieke gedrags- of top-down component en een neurobiologische of bottom-up component, die elkaar beïnvloeden. De top-down component verwijst naar bewuste controleprocessen en kan weer verder verdeeld worden in twee sub-componenten, namelijk regulatie van gedrag en emotieregulatie. Op dezelfde manier kan de bottom-up component, die verwijst naar meer geautomatiseerde reactieve processen, verdeeld worden in processen die gericht zijn op over-controle (b.v. angstig, verlegenheid, terugtrekken) of op onder-controle (b.v. impulsiviteit). Dit theoretisch model van zelfregulatie is ook toepasbaar op mensen met een verstandelijke beperking. Problemen in de zelfregulatie ontstaan vaak al vroeg in de ontwikkeling, waarbij hersenontwikkeling, temperament, vroege ervaringen en de kwaliteit van de gehechtheid de belangrijkste factoren zijn. In deze presentatie wordt dit theoretisch model in meer detail uitgelegd en worden voorbeelden gegeven van interventies die gericht zijn op het bevorderen van zelfregulatie.
Paulien heeft social work gestudeerd, VO supervisie en coaching  en de postacademische opleiding seksuologie gedaan. Ze werkt nu bij Lunetzorg. Als seksuoloog NVVS heeft ze zich gespecialiseerd in het seksuologisch behandelen en begeleiden van mensen met een beperking en hun systeem, in deskundigheidsbevordering met betrekking tot seksualiteit, intimiteit en relaties en het superviseren en coachen van professionals op seksuologisch gebied of met betrekking tot persoonlijk functioneren. Specifieke ervaring heeft ze met beleidsontwikkeling rondom seksualiteit in de zorgsector, het begeleiden van crisissituaties t.a.v. seksueel misbruik op organisatie- en teamniveau en in persoonlijke gesprekken en het adviseren rondom kinderwens, zwangerschap en ouderschap bij mensen met een beperking. Ze is trainer methode Vat van Zelfwaardering.  

Workshop: Seksuele zelfregulatie, dat doet iedereen

Mensen zijn seksuele wezens. We kunnen, in principe, allemaal seksueel functioneren. Dus ook mensen met een verstandelijke beperking. Elke cultuur en elke maatschappij heeft systemen bedacht om seksueel gedrag te reguleren. Met deze systemen wordt er druk uitgeoefend op mensen om hun impulsen en wensen te gieten in de vorm die hun sociale omgeving voorschrijft. En dit gedurende het hele leven. Zelfregulatie is van belang bij seksuele opwinding, seksuele beleving en seksueel gedrag. Het maken van een besluit, nadenken over wat je wilt, emoties reguleren (zowel teleurstelling als opwinding), hierover communiceren, waar nodig je impulsen beheersen, het tonen van empathie etc.  Wanneer je als persoon met een beperking moeite hebt met zelfregulatie in het algemeen, heb je dat waarschijnlijk ook op het gebied van seksuele gezondheid. Dan heb je recht op ondersteuning hierbij door de professionals om je heen. Hoe ziet deze ondersteuning eruit en wat vraagt dit van professionals? In deze workshop komt aan de orde:
  • Inzicht in seksueel functioneren van mensen met een verstandelijke beperking en de rol van zelfregulatie hierin;
  • Basisvaardigheden om de cliënt hierin te ondersteunen;
  • Inzicht in de voorwaarden om seksuele gezondheid binnen je praktijk of organisatie op de kaart te zetten;
  • Vragen uit de praktijk.
Karen de Vriend is kinderfysiotherapeut en therapeut in de sensorische informatieverwerking. Ze heeft een eigen praktijk voor sensorische informatieverwerking en kinderfysiotherapie. Op dit moment is Karen naast docent bij FORTIOR ook docent bij kenniscentrum SIEM Door haar werk in verschillende settingen heeft Karen ervaring opgedaan met diverse problematieken bij kinderen. Onder andere heeft Karen in meerdere instellingen gewerkt voor mensen met een verstandelijke beperking. Ze heeft daarom veel kennis over sensorische informatieverwerkingsproblemen bij kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking. In haar praktijk de Tijgersprong en Sensory Lab in Steenbergen werkt Karen met kinderen van alle leeftijden en verschillende soorten problematieken. Haar speciale aandachtsgebied is kinderen met SI-problematiek. Ze coacht ook volwassenen met SI problematiek.    

Workshop: Verklaar en verander zelfregulatie met sensorische informatieverwerking

Kijk eens door de bril van de sensorische (zintuiglijke) informatieverwerking (SI) naar (zelf-)regulatie. Hoe verklaar je dan positief en negatief gedrag en hoe beïnvloed je regulatiegedrag? Zeker ook bij mensen met een verstandelijke beperking komt SI problematiek veelvuldig voor, met vaak een behoorlijke invloed op het gedrag. In deze workshop komt aan de orde:
  • Wat is sensorische informatieverwerking?
  • Hoe beïnvloedt SI regulatie?
  • Wat kun je als zorgprofessional doen?

Natalie van Hilst

Natalie is GZ-psycholoog Kinder en Jeugd en Cognitief Gedragstherapeut. Ook heeft zij de basisopleiding EMDR gevolgd. Natalie is 16 jaar werkzaam binnen Koraal en meer dan 14 jaar verbonden aan De Hondsberg in Oisterwijk. Zij houdt zich o.a. bezig met onderzoek, diagnostiek en behandeling bij jeugdigen met (de verdenking van) een verstandelijke beperking en bijkomende (vaak) complexe problematiek. Naast deze werkzaamheden is Natalie ook inhoudelijk teamleider.  

Brigitte Blijlevens

Brigitte Blijlevens is SI-therapeut of SI-specialist op De Hondsberg in Oisterwijk. Brigitte is al meer dan 25 jaar werkzaam voor De Hondsberg, onderdeel van Koraal. Eerst als logopedist en vanaf 2003 als specialist op het gebied van de sensorische informatieverwerking. Brigitte doet onderzoek, diagnostiek en behandeling bij jeugdigen met (de verdenking van) een verstandelijke beperking en bijkomende (vaak) complexe problematiek.  

Workshop: SignaLEREN, een tool om emoties te reguleren

In 2012 ontstaat het idee voor de app signaLEREN. Koraal omarmt het idee en besluit ruimte vrij te maken voor de verdere doorontwikkeling. In 2018 hoort de app signaleren bij de laatste 3 genomineerden voor de gehandicapten Zorgprijs 2018. De prijs is een initiatief van de VGN (Vereniging Gehandicapten Nederland). De app wint niet, maar krijgt wel een eervolle vermelding. In 2019 komt de app signaLEREN op de shortlist van de Pier de Boerprijs.In hun workshop zullen Brigitte en Natalie ingaan op de theorieën en ideeën die een rol gespeeld hebben bij het ontstaan en de ontwikkeling van de app. Ze laten zien wat de app doet en vertellen wat hun verdere plannen zijn met betrekking tot de app signaLEREN. In deze workshop komt aan de orde:
  • De aanleiding om de app te ontwikkelen;
  • Het theoretisch kader;
  • De functionaliteit van de app;
  • Wetenschappelijk onderzoek.
 

Dieuwke Kluvers

Sinds 2009 werkt ik voor Ons Tweede Thuis waar ik ben begonnen op een groep voor mensen met een licht- tot matig verstandelijke beperking en een complexe zorgvraag. Hier heb ik tijdens mijn studie gewerkt. In 2015 ben ik afgestudeerd als Orthopedagoog aan de Vrije Universiteit In Amsterdam. Nog datzelfde jaar kreeg ik van Ons Tweede Thuis de kans om in die functie te werken. Daarnaast ging ik werken als onderzoeker in samenwerking met de Vrije universiteit. Als onderzoeker ben ik begonnen op het project Het effect van Mindfulness bij mensen met een licht- of matige verstandelijke beperking. In dit project hebben we in samenwerking met Hannelies Hokke van Bartiméus een mindfulness training ontwikkeld voor mensen met een licht- tot matig verstandelijke beperking en hun begeleiders. In 2018 gaan we de effectiviteit van de training onderzoeken. Zelf vind ik veel voldoening en kracht uit het beoefenen van yoga. In 2017 kreeg ik de mogelijkheid om dit verder te ontwikkelen en kon ik een training Mindfulness Based Cognitiegedragstherapie volgen. Waarna ik zowel cliënten als hun begeleiders onze Mindfulness training geef.

Marieke Leeflang

Marieke Leeflang is afgestudeerd als bewegingswetenschapper aan de Vrije Universiteit van Amsterdam in 1998. Sindsdien werkzaam als psychomotorisch therapeut in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, de laatste zes jaar voor ‘s Heerenloo. Tevens geregistreerd als senior lid bij de Nederlandse Vereniging voor Psychomotorisch Therapeuten (NVPMT) die zijn aangesloten bij de Federatie Vaktherapeutische Beroepen (FVB). In 2012 geschoold als basis Mindfulness trainer bij See True en lid van de Vereniging voor Mindfulness en verbonden aan de landelijke werkgroep Mindfulness en verstandelijke beperking. In 2016 de masterclass wetenschappelijk onderzoek in de gehandicaptenzorg van de VGN afgerond met een onderzoeksvoorstel naar de effecten van Mindfulness voor mensen met een licht verstandelijke beperking. Marieke Leeflang is een ervaren senior psychomotorische therapeut en Mindfulness trainer al jaren werkzaam in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Gespecialiseerd in het behandelen van cliënten met complexe problematiek met zeer uiteenlopende hulpvragen. In het bijzonder cliënten met emotieregulatie problemen en spanningsklachten. Eind 2018 gestart met onderzoek:  ” Meten bij Individuele Mindfulness training. Explorerend N=1 onderzoek naar de effectiviteit en werkzaamheid van individuele mindfulness training voor mensen met een licht verstandelijke beperking”

Workshop: Zelfregulatie door Mindfulness

Mindfulness: even stoppen om meer ruimte in je hoofd te maken om daarna te kiezen wat jij wilt. In deze workshop komt aan de orde:
  • Mindfulness voor LVB: de aanpassingen;
  • Hoe krijgen mensen met LVB meer grip op hun stress?
  • Welke rol kunnen begeleiders spelen?
  • Onderzoek naar Mindfulness en mensen met VB.
Lizette Rosenboom (1959) is afgestudeerd als kinder- en jeugdpsychologe aan de VU in Amsterdam en in 1994 gepromoveerd aan de Universiteit Utrecht op het belang van een sensitieve opvoedingshouding in relatie tot de kwaliteit  van de hechting bij buitenlandse adoptiekinderen. Na een verhuizing naar Friesland en de komst van een dochter, is zij via een verkorte PABO opleiding als invaljuf voor de klas komen te staan in het speciaal basisonderwijs. Hier zag zij vele kinderen met zeer uiteenlopende leer- en ontwikkelingsbehoeften en zij vroeg zich af hoe zij elk kind het beste tot zijn recht kon laten komen. Zo kwam zij op het spoor van het Son-Rise programma. Na het volgen van de Start-up cursus van het Son-Rise programma in de U.S.A. bij het Option Institute, is zij als zelfstandige cursussen aan ouders en begeleiders gaan geven alsmede individuele begeleiding bij gezinnen thuis.  

Workshop: Zelfregulatie met FloorPlay, een integrale aanpak.

In deze workshop hoop ik jullie te kunnen laten voelen wat de essentie van FloorPlay is. Eigen regie, zelfregulatie is het doel én het uitgangspunt voor ontwikkeling. Om deze ontwikkeling te stimuleren gaan we uit van de emotie die het kind laat zien en staan we stil bij wat het kind nodig heeft om zich te laten zien en wat wij kunnen bieden ter ondersteuning. Tot slot komen we op basis van jullie eigen voorbeelden uit de praktijk, tot een aanzet van de vertaling van de theorie naar de dagelijkse praktijk. In deze workshop komt aan de orde:
  • De rol van zelfregulatie;
  • De invloed van Aanleg, Ontwikkelingsniveau en Relatie (uitleg DIR/FloorPlay);
  • Hoe vertaal je deze uitgangspunten naar de praktijk.

Leanne Nieuwenhuis

Leanne is geregistreerd beeldend therapeut, werkzaam bij Accare jeugd ggz in Groningen. Zij werkt met kinderen en jongeren met complexe problematiek en/of met LVB. Leanne is vanaf 2009 mede-ontwikkelaar en schrijver van de methode Affectregulerende Vaktherapie. Zij is bestuurslid van het FVB Kennisnetwerk ArVT. Sinds 2016 is Leanne trainer bij ROER, en geeft samen met Sanne van der Vlugt de trainingen Affectregulerende Vaktherapie en Affectregulerend Bejegenen.  

Sanne van der Vlugt

Sanne is geregistreerd beeldend therapeut, werkzaam bij Ambiq, specialistisch behandelcentrum voor kinderen en (jong)volwassenen met LVB en bijkomende problematiek. Sanne is vanaf 2012 mede-ontwikkelaar en schrijver van de methode Affectregulerende Vaktherapie en bestuurslid van het FVB Kennisnetwerk ArVT. Sinds 2016 is Sanne trainer bij ROER, waar ze samen met Leanne Nieuwenhuis de trainingen geeft in Affectregulerende Vaktherapie en Affectregulerend Bejegenen.  

Workshop: Zelfregulatie: samen doen

In de normale ontwikkeling leert een kind vanaf jonge leeftijd zichzelf begrijpen en bijsturen in affectieve interactie met de primaire opvoeder. Als dit proces verstoord is verlopen ontstaan gedrags- en emotionele problemen, stagneert de ontwikkeling en komt het kind niet tot zelfregulatie. Affectregulerende Vaktherapie is een ervaringsgerichte behandeling met als doel de zelfregulatie te bevorderen. Door samen met de therapeut vaktherapeutische activiteiten te doen, gericht op het waarnemen en delen van gevoelens en gedachten, leert de cliënt te verwoorden wat hij doet, voelt en denkt. Opvoeders en begeleiders (ook leerkrachten) worden actief betrokken bij de behandeling en meegenomen in een affectieve bejegening. De workshop is geschikt voor begeleiders, opvoeders, leerkrachten, psychologen, orthopedagogen en vaktherapeuten. Er wordt aandacht besteed aan Affectregulerend Bejegenen en Affectregulerend Behandelen. In de workshop wordt theorie afgewisseld met filmmateriaal en voorbeelden uit de praktijk. In deze workshop komt aan de orde:
  • Wat is affectregulatie?
  • De ontwikkeling van zelfregulatie via affectregulatie;
  • Hoe bevorder je zelfregulatie in de behandeling en in de begeleiding?
Astrid Tulleners werkt als docent aan de Heijkoop Academy en is sinds 2007 oprichtster van Stichting de vier jaargetijden; wonen en dagbesteding voor mensen met een ernstige verstandelijke beperking vaak in combinatie met autisme. Astrid woont met haar gezin op het boerenland samen met de bewoners. Ze geeft lezingen gericht op Methode Heijkoop, werkt binnen verschillende organisaties als consulent gericht op complexe casuïstiek en haalt haar inspiratie uit het zien van de eigenheid van de mensen die zij ontmoet, actief samenwerken en de relatie voorop; de zoektocht aangaan om samen te kijken, te ontdekken en het begeleiden van een proces van verandering.

Workshop: Ontwikkeling van zelfregulatie vanuit een relationeel perspectief

Binnen de Methode Heijkoop wordt het gebrek aan of het bevorderen van zelfregulatie begrepen vanuit een relationeel perspectief. Begeleiders spelen een centrale rol in de kwaliteit van het leven van de cliënt. Relationele kwaliteiten die de begeleiders ontwikkelen, bevorderen de groei van eigenwaarde en zelfvertrouwen van de cliënt.  Dat is de grondslag voor de ontwikkeling van sociale, emotionele, cognitieve en executieve functies. Het bevorderen van zelfregulatie zien we als een verbijzondering daarvan. Het ontwikkelen van zelfregulatie bij de cliënt kan niet los worden gezien van de ontwikkeling van zelfhantering bij de begeleider. In deze workshop wordt aandacht besteed aan:
  • Het herkennen van gedragingen bij de cliënt die beschermend zijn voor het verlies van zelfregulatie over emoties, initiatieven, gedachten en gedragingen.
  • Kennismaking met een observatietechniek die betekenisvol kijken mogelijk maakt in stressvolle omstandigheden. Betekenisvol kijken brengt een empathische beweging op gang die leidt tot een gemeenschappelijk speelveld tussen begeleider en cliënt waardoor zij samen bereiken wat op dat moment haalbaar is.
  • De mogelijkheden die de begeleider heeft om zichzelf te hanteren bij interne en externe druk op momenten dat de cliënt zijn controle verliest over emoties, gedachten en gedragingen.

Cliëntgroep

De inhoud van dit symposium heeft betrekking op kinderen, jongeren en volwassenen met een zeer ernstige, ernstige, matige of lichte verstandelijke beperking. De inhoud van het symposium is ook van toepassing op andere vormen van een ontwikkelingsbeperking.

 

Doelgroep

Het symposium is bedoeld voor:

  • orthopedagogen, psychologen, vak- en speltherapeuten, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, teamleiders en begeleiders, die werken voor mensen met een verstandelijke beperking in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, forensische zorg, verslavingszorg en GGZ
  • orthopedagogen, psychologen, vak- en speltherapeuten en interne begeleiders in het (speciaal) onderwijs
  • orthopedagogen, psychologen, vak- en speltherapeuten, coaches, fysiotherapeuten, ergotherapeuten en logopedisten met een eigen praktijk.

 

Accreditatie

Accreditatie is toegekend door:

  • Register Vaktherapie voor 6 punten
  • SKJ voor 6 punten

 

Accreditatie is aangevraagd bij:

  • het accreditatiebureau NIP Kinder- en Jeugdpsychologie (K&J)/NVO orthopedagoog generalist (OG). Deze accreditatie is ook geldig voor het SKJ.
  • KNGF

 

Overige accreditaties kunnen in overleg worden aangevraagd.

 

Certificaten
FORTIOR reikt aan het eind van de dag certificaten uit. Op het certificaat staan de accreditaties en hun ID-nummers vermeld.

Voor sommige registers van beroepsverenigingen, zoals bij NIP K&J / NVO OG, kwaliteitsregister Paramedici, KNGF, Register Vaktherapie en Registerplein, voert FORTIOR de presentie in. Hiervoor hebben wij het nummer nodig waarmee je in het register bent ingeschreven.

Als FORTIOR geen nummer van je heeft, dan kan de presentie niet worden ingevoerd. Zorg er dus voor dat je correcte nummer bekend is bij FORTIOR!

 

Aanwezigheid
Een aantal kwaliteitsregisters stellen voorwaarden aan de duur van uw aanwezigheid. FORTIOR controleert daarom uw aanwezigheid. Het is de bedoeling dat u tenminste 90% van de contacturen aanwezig bent.

 

Voorbereiding en studiebelasting

Het symposium is goed te volgen zonder voorbereiding.

Vergadercentrum Domstad
Koningsbergerstraat 9
531 AJ Utrecht

De locatie ligt op ongeveer 10 minuten lopen vanaf station Utrecht Centraal.

Nabij de locatie kan zeer beperkt gratis worden geparkeerd (vol=vol). Het dichtstbijzijnde parkeerterrein is de Jaarbeurs (dagkaart €16,50).

">

Blijf op de hoogte van nieuwe trainingen, ontwikkelingen en onze informatieve artikelen