Mensen met een verstandelijke beperking hebben over het algemeen meer moeite om informatie over gezondheid te verkrijgen, te begrijpen, te beoordelen en te gebruiken. Dit betekent dat zij niet altijd de gevolgen van een (medische) behandeling kunnen overzien en hiervoor geïnformeerde toestemming (informed consent) kunnen geven. Wilsbekwaamheid is hiervoor een voorwaarde. Het hebben van een verstandelijke beperking betekent niet automatisch dat de persoon niet wilsbekwaam is. Een wilsbekwaamheidsbeoordeling behoort tot het (medisch) handelen van iedere behandelaar in de verstandelijk gehandicaptenzorg. Het consulteren van een psychiater is vooral nodig bij complexe beoordelingen en waarbij naast de verstandelijke beperking ook sprake is van psychiatrische problematiek. In deze blog wordt ingegaan op een aantal aspecten van wilsbekwaamheid.
Wilsbekwaamheid is een voorwaarde om geïnformeerde beslissingen te kunnen nemen over een medische interventie. Onder medische interventies vallen ook gedragsmatige interventies, zoals begeleiding en orthopedagogische zorg. Geïnformeerde toestemming geeft uitdrukking aan de zelfbeschikking van een cliënt. Als de cliënt niet in staat wordt gesteld om op basis van goede informatie te beslissen of hij of zij al dan niet meewerkt aan een behandeling dan worden aan deze persoon keuzemogelijkheden onthouden.
Wilsbekwaamheid is van belang bij het vinden van de balans tussen zelfbeschikking en het beschermen van een cliënt voor mogelijk schadelijke beslissingen die hij of zij niet overziet.
Wettelijk gezien zijn mensen wilsbekwaam, tenzij ze:
Dat iemand zich anders gedraagt dan anderen, of als iemand zorg weigert, maakt dit hem nog niet wilsonbekwaam. Als die persoon bewust beslissingen neemt en de gevolgen kan overzien, kan hij of zij niet wilsonbekwaam worden verklaard voor die beslissingen. Misschien besluit een cliënt iets waar de familie niet achter staat. Wettelijk gezien mogen mensen echter ongunstige beslissingen over zichzelf nemen, als ze dat maar bewust doen.
In een aantal situaties is er geen twijfel mogelijk dat iemand wilsonbekwaam is. Dit is het geval bij mensen die bijvoorbeeld in coma liggen, diep dement of zeer ernstig verstandelijk beperkt zijn. In een aantal situaties is het wat minder duidelijk of iemand wel of niet wilsbekwaam is, bijvoorbeeld bij mensen met een lichte verstandelijke beperking.
Bij wilsbekwaamheid gaat het altijd om een specifieke beslissing in een bepaalde context. Die kan namelijk per periode wisselen en verschillen per beslissings- of handelingsdomein. Een cliënt kan dus niet op basis van een verstandelijke beperking of psychiatrische aandoening voor bijvoorbeeld alle medische beslissingen wilsonbekwaam worden verklaard. Per (medische) interventie moet je bekijken of de cliënt wel of niet wilsbekwaam is. Bovendien is het zo, dat een cliënt wel zijn keuzevrijheid kan behouden als het bijvoorbeeld om dagbesteding of kleding gaat, maar niet als het om een bepaalde behandeling gaat. Daarvoor wordt in het kader van de Wet Zorg en Dwang ook wel de omschrijving wilsonbekwaamheid “ter zake” gebruikt.
Bij het beoordelen van wilsbekwaamheid is de centrale vraag of iemand een logische, weloverwogen en consistente beslissing kan maken over een medische beslissing. Bij de beoordeling zijn de criteria volgens Appelbaum en Grisso (1998):
Bij de wilsbekwaamheidsbeoordeling kan de hulpverlener gebruik maken van een stappenplan dat is opgesteld door de KNMG. Voor de onderbouwing van de beslissing kun je gebruikmaken van de Macarthur Competence Assesment Tool.
Beoordelingen van wilsbekwaamheid zijn regelmatig gebaseerd op het subjectieve oordeel van een hulpverlener en hebben daarmee een lage betrouwbaarheid. Daarom is het noodzakelijk om een expliciet en toetsbaar kader te hebben bij wilsbekwaamheidsbeoordelingen. Een oordeel over wilsbekwaamheid is vooral in grensgevallen altijd een resultaat van een afweging van waarden: als zelfbeschikking belangrijker gevonden wordt dan bescherming, dan zal de balans eerder doorslaan naar wilsbekwaamheid dan andersom. De hulpverlener doet er verstandig aan om bij ingrijpende medische beslissingen deze afweging transparant te maken.
Het is aan te raden om terughoudend te zijn bij het beoordelen van wilsbekwaamheid. Het verdient de voorkeur om naar andere oplossingen te zoeken. Het is belangrijk om in gesprek te blijven met de cliënt en zijn of haar vertegenwoordigers. De nadruk ligt dan op het ondersteunen van de cliënt bij het nemen van een verantwoorde beslissing en het overzien van de consequenties ervan. Dit bevordert de zelfbeschikking van de cliënt en de kwaliteit van diens bestaan.
Als een cliënt wilsonbekwaam is verklaard, dan wil dit nog niet zeggen dat een (medische) behandeling tegen de zin van deze persoon mag worden uitgevoerd. De vertegenwoordiger kan geen zorg of behandeling afdwingen. De wilsuiting van de cliënt en het oordeel van de arts gaan voor. Doorslaggevend is of er ernstige schade ontstaat zonder de zorg of behandeling waar de cliënt zich tegen verzet. De behandelaar beoordeelt dit.
Een patiënt – wilsbekwaam of wilsonbekwaam – heeft altijd recht op uitvoerige informatie over de (medische) behandeling. De hulpverlener moet deze informatie aanpassen aan het bevattingsvermogen van een cliënt.
FORTIOR is gespecialiseerd in het organiseren van trainingen voor professionals die werken met mensen met een verstandelijke beperking. Bekijk hier ons volledige aanbod
Bronnen:
Hein, I.M., Raymakers, J., Kres, E., Frederiks, B.J.M. (2019) Wilsbekwaamheid bij mensen met een verstandelijke beperking. Tijdschrift voor psychiatrie jaargang 61
Ruissen, A.M., Meynen, G., Widdershoven, G.A.M. (2011) Perspectieven op wilsbekwaamheid in de psychiatrie: cognitieve functies, emoties en waarden. Tijdschrift voor psychiatrie jaargang 7
Webpagina van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en sport over wilsonbekwaamheid.
Publicatie van KNMG Van wet naar praktijk. Implementatie van de WGBO.