Terug naar het overzicht

Sensorische Informatieverwerking en relaties

sensorische informatieverwerking en relaties Aantal keer bekeken: 2616 views

In het dagelijks leven krijgen mensen veel zintuiglijke informatie te verwerken. Deze informatie komt via onze zintuigen samen in het zenuwstelsel en wordt zo verwerkt dat iemand adequaat kan reageren op zijn omgeving. Dit proces heet Sensorische Informatieverwerking (SI). Ieder mens heeft zijn eigen sensorische patroon dat van invloed is op de manier waarop hij of zij reageert op dagelijkse gebeurtenissen. SI heeft ook invloed op relaties. Het bepaalt mede of mensen zich tot elkaar aangetrokken voelen of juist niet.

 

Drempels en strategieën

In haar boek ” Leven met sensaties” schrijft Winnie Dunn dat hersenen werken op basis van drempels. Mensen met een hoge drempel merken prikkels niet snel op, mensen met een lage drempel merken input van buiten juist snel op. Als mensen een hoge drempel hebben dan hebben ze meer input nodig om in actie te komen. De verschillen tussen mensen zijn niet absoluut; ze liggen eerder op een continuüm.

 

Mensen hebben (van nature) een bepaalde manier waarop zij met prikkels omgaan. Sommige mensen hebben een passieve strategie om prikkels te reguleren en andere mensen hebben een actieve strategie. Bij een actieve zelfregulatie regelen mensen actief de sensorische input door prikkels te vermijden of juist op te zoeken. Bij passieve zelfregulatie laten mensen de prikkels over zich heen komen.

 

Als je de drempels en strategie in een matrix zet, krijg je volgens Winnie Dunn de volgende indeling van typische manieren van prikkelverwerking:

Neurologische drempel Zelfregulatie
Pasief Actief
Hoge drempel Toeschouwer
(gebrekkige registratie)
Zoeker
(prikkels zoekend)
Lage drempel Sensor
(gevoelig voor prikkels)
Vermijder
(prikkels vermijdend)

 

Kwaliteiten en beperkingen per type

Zoekers hebben meer sensorische input nodig en zoeken daarom nieuwe prikkels actief op. Ze zijn bijvoorbeeld heel goed in het bedenken van nieuwe ideeën. Ze kunnen intense situaties nog intenser maken. Dit type mensen is minder goed in het in stand houden van routines.

 

Vermijders worden snel overspoeld door sensorische informatie en zorgen er daarom actief voor dat ze niet teveel prikkels krijgen. Deze mensen zijn goed in het opstellen van schema’s en het invoeren van routines. Ze kunnen minder goed omgaan met onverwachte gebeurtenissen en zijn daarom minder spontaan.

 

Sensors zijn heel goed in het waarnemen van details. Ze zijn zich bewust van stemmingen, behoeftes en patronen van anderen. Dit type mensen heeft echter veel moeite een drukke omgeving. Als het ze teveel wordt dan kunnen ze opvliegend overkomen door bijvoorbeeld te zeggen: “zet die radio wat zachter”.

 

Toeschouwers zijn goed in het bieden van flexibiliteit. Ze kunnen makkelijker dingen op hun beloop laten. Omdat dit type mensen veel sensorische informatie nodig hebben om iets op te merken, kunnen ze gemakkelijk situaties over het hoofd zien die hun aandacht nodig hebben.

 

Combinaties van types

Het spreekt voor zich dat de verschillen in sensorische patronen en behoeften tussen mensen kunnen botsen. Een Vermijder en Zoeker zullen elkaar waarschijnlijk hinderen. De Zoeker heeft namelijk veel prikkels nodig en zoekt deze ook op. Hier zal de Vermijder – die snel overprikkeld is – juist weer veel last van hebben.

 

Een Vermijder en Sensor gaan prima samen omdat ze beide moeite hebben met teveel prikkels. De structuur die een Vermijder kan creëren is heel fijn voor een Sensor. Ook een Zoeker en een Toeschouwer gaan heel goed samen. De Toeschouwer heeft veel sensorische input nodig maar zoekt deze niet actief op. Voor Toeschouwer is het juist prettig dat de Zoeker steeds nieuwe prikkels inbrengt.

 

Hieronder staat schematisch aangegeven welke types goed (+), redelijk (/) of minder goed (-) samengaan:

 

Sensor Vermijder Toeschouwer Zoeker
Sensor  + + /
Vermijder  +  / /
Toeschouwer  /  / / +
Zoeker    + +

 

Zoeken naar manier van samenleven

Mensen kunnen in verschillende situaties met elkaar botsen op sensorisch gebied, bijvoorbeeld: echtgenoten in een huwelijk, ouders en kinderen in een opvoedsituatie of collega’s op het werk. De verschillen in sensorische informatieverwerking spelen ook een rol in de begeleiding van mensen met een ontwikkelingsbeperking.

 

Cliënten met een ontwikkelingsbeperking en hun begeleiders kunnen ook verschillen in de manier waarop zij omgaan met sensorische input. Dit heeft invloed op het (probleem)gedrag van de cliënt en op de relatie. Bijvoorbeeld een kind in een kinderdagcentrum kan last hebben van een begeleider die steeds loopt te zingen. Het kind laat dit merken door heel hard “NEE” te roepen als de zingende begeleider in de buurt komt.

 

Bij het omgaan met de verschillen is het belangrijk om rekening te houden met de sensorische patronen en behoeften van beide partijen. Als een kind behoefte heeft aan veel sensorische input dan is het goed om daaraan tegemoet te komen. Als een ouder of begeleider niet goed tegen deze prikkels kan, dan is het ook verstandig om na te denken hoe hiermee rekening kan worden gehouden.

 

Meer leren over de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking?

FORTIOR is gespecialiseerd in het organiseren van trainingen voor professionals die werken met mensen met een verstandelijke beperking. Bekijk hier ons volledige aanbod

 

Bron voor dit artikel:
Dunn, W. (2013) Leven met sensaties. Begrijp je zintuigen. Amsterdam/Antwerpen: Pearson Assessment and Information. Bestel dit boek hier >>

Geïnteresseerd in meer artikelen zoals deze?
Blijf dan op de hoogte via onze nieuwsbrief.

">

Blijf op de hoogte van nieuwe trainingen, ontwikkelingen en onze informatieve artikelen