De ontwikkelingsdynamische benadering van Anton Došen is een van de bruikbare kaders in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Echter als dit kader te statisch wordt toegepast dan wordt de cliënt met een verstandelijke beperking voornamelijk herleid tot zijn ontwikkelingsfase. Het risico bestaat dan op verstoring van de relatie en emotionele afstemming. Dit schrijft Erik de Belie in het boek “Wederzijdse emotionele beschikbaarheid”. Het is niet voldoende om alleen inzicht te hebben in de emotionele behoeften van een cliënt. Het is belangrijk om ook aandacht te besteden aan de relatie tussen cliënt en begeleider.
Isarin (2004, geciteerd door De Belie) maakte een onderscheid tussen het “wie” van de persoon met een verstandelijke beperking en het “wat”. Het wie is het eigen persoontje waarmee de ouders of begeleiders een relatie aangaan. Het “wat” is de (functionele) beperking die de ontwikkeling van de persoon onder druk zet. Isarin zegt hierover:
“Kennis over het wat, kan de weg naar het wie van dit kind blokkeren, maar kan de weg ook openen. Kennis over het wat kan het wie overschaduwen maar het kan er ook licht op werpen… Toch moet het onderscheid tussen het wie en wat uiteindelijk overwonnen worden om recht te kunnen doen aan de relatie tussen moeder en gehandicapt kind”.
Wanneer ouders en begeleiders te veel gericht zijn op de beperkingen dan komt de relatie onder druk te staan. Uiteraard is het belangrijk om te kijken naar bijvoorbeeld het emotioneel ontwikkelingsniveau van een persoon en de begeleidingsstijl die hierop aansluit. Volgens de Belie is het belangrijk dat de ondersteuning zich ook richt op het verdiepen van de veilige gehechtheid en verbondenheid.
Bij veel mensen met een verstandelijke beperking is de gehechtheidsontwikkeling door allerlei verschillende invloeden niet optimaal verlopen. Daarom is het voor mensen met een verstandelijke beperking vaak zo lastig om een vertrouwensrelatie met begeleiders op te bouwen. Omdat mensen met een verstandelijke beperking kwetsbaar zijn en vaak moeite hebben met het reguleren van stress, is een vertrouwensrelatie met ondersteuners juist van groot belang.
Het belang van een veilige relatie in de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking wordt ook onderschreven door Paula Sterkenburg. In haar bijdrage aan het symposium van FORTIOR in april 2015 stelde ze dat er een psychofysiologische ontregeling op kan treden, als er onvoldoende balans is tussen wat een persoon met een verstandelijke beperking nodig heeft en de (gehechtheids)relatie met hem. Afwezigheid van een veilige geborgen relatie heeft het aanmaken van cortisol (stress hormoon) tot gevolg. Deze psychofysiologische ontregeling kan vervolgens leiden tot gedragsproblemen zoals agressie, eetproblemen en slaapproblemen.
In de ondersteuning van (kwetsbare) mensen met een verstandelijke beperking is een sensitief-responsieve basishouding nodig. Dit betekent onder andere dat de begeleider positieve ervaringen deelt en samen op zoek gaat naar positieve perspectieven. Niet alleen positieve emoties kunnen worden gedeeld. Het is ook belangrijk om aandacht te besteden aan negatieve emoties en rouw. Zo hebben cliënten met een verstandelijke beperking vele verlieservaringen omdat ze niet al hun ambities (werk, gezin, huis) waar kunnen maken. Hoe kun je hen als begeleider ondersteunen bij het dragen, begrijpen en begrenzen van deze negatieve emoties? Als begeleiders hier een goede vorm aan kunnen geven dan helpen ze hun cliënten beter om te gaan met negatieve emoties. Cliënten krijgen daarnaast meer mogelijkheden om stress te reguleren en zijn beter in staat om gedachten of herinneringen te ordenen.
Wanneer een begeleider zich emotioneel beschikbaar wil afstemmen op een cliënt met een verstandelijk beperking is het belangrijk dat deze zich bewust is van zijn eigen kwaliteit en stijl van gehechtheid. Dit zegt namelijk veel over de manier waarop de hij of zij reageert op bepaalde situaties. Goede begeleiding en emotionele steun voor begeleiders c.q. teams en ouders zijn daarnaast van cruciaal belang, zeker als de relatie onder druk staat door probleemgedrag en agressie.
Ook het concept “mentaliseren” is in de gehandicaptenzorg zeer bruikbaar. Als je kunt mentaliseren, heb je het vermogen om na te denken over gevoelens en om gedachten te voelen. Het gaat om begrijpen én aanvoelen. Dit maakt het mogelijk om zowel je eigen gedrag en gevoelens te begrijpen als die van een ander. Een mentaliserend vermogen stelt je in staat om het perspectief van je cliënt te zien en empathisch te reageren op gedrag.
FORTIOR is gespecialiseerd in het organiseren van trainingen voor professionals die werken met mensen met een verstandelijke beperking. Bekijk hier ons volledige aanbod
Boek: Wederzijdse emotionele beschikbaarheid
Het boek Wederzijdse emotionele beschikbaarheid gaat over de wederzijdse ontmoeting tussen mensen met een verstandelijke beperking, hun context en begeleiders wordt in ruime mate beïnvloed door de veerkracht en kwetsbaarheid van alle betrokkenen.
Lees meer over dit boek >>
Bron:
Het grootste gedeelte van deze blog is gebaseerd op:
• Het boek wederzijdse emotionele beschikbaarheid van Erik de Belie en Geert van Hove van uitgeverij Garant.